Intussen zit de zanger in een bungalowpark in Groningen waar hij met het hele gezelschap is neergestreken omdat ze twee weken in het noorden van het land spelen. De companymanager komt net aan de deur met de vraag of hij nog een boodschap nodig heeft. Ernst Daniel wimpelt af: „Nee Barend, het gaat goed. En ik heb net gefietst hè. Tien kilometer. Alles in de hand.”
Tegen mij vervolgt hij: „Fietsen, dat heb ik twee jaar niet gedaan. En ik vond het heerlijk. Achteraf is het, denk ik, goed geweest dat ik tegen de muur op ben gelopen. Die emoties moeten eruit. Ik bedenk me ook maar steeds dat ik niet de enige ben die dit meemaakt. Heel veel mensen zitten in een rouwproces. Ik dacht van de week weer aan de nabestaanden van die overleden voetbaltrainer Theo Bos.
Toen mijn lieve Roos zo ziek was, werd bekend dat ook hij getroffen was door alvleesklierkanker. Ach, denk ik op het moment dat ik dan weer met tranen in mijn ogen loop, als je net iemand verloren hebt, let je vooral op mensen om je heen die ook in de rouw zijn. Maar als je zwanger bent, zie je vooral andere vrolijke zwangeren. Het heeft dus zeker met je focus te maken. Ik ben langzaam aan het leren weer op de leuke dingen te letten.”
In het ziekenhuis constateerden de artsen dat er gelukkig eigenlijk niks ernstigs mis is met Ernst Daniel. Geen hartfalen of iets dergelijks.