Koos Alberts (61) denkt nog elke dag dat hij ooit weer zal lopen. Nóg liever dan een succesvol zanger zijn, wil hij dat. Of aan zijn kleinzoons laten zien hoe je een balletje hooghoudt. Afgelopen herfst was het 21 jaar geleden dat hij tegen een boom reed. „Ik geloof nog altijd dat ik ooit uit deze rolstoel opsta.”
Sinds zijn auto-ongeluk in 1987 heeft Koos Alberts nog elke dag pijn. „Alsof ik in de brandnetels zit. Die pijn komt vanuit de hersenen; fantoompijn.” Zijn echtgenote Joke, met wie hij al 46 jaar samen is, knikt begrijpend: „Daarom is hij ook áltijd bezig, zodat hij er minder aan denkt.”
Geen van Koos’ vier kleinkinderen heeft meegemaakt dat hun opa kon lopen. „Dat doet me wel zeer hoor. Heel af en toe kom ik uit de rolstoel, om in het gras te stoeien. En als ze stout zijn maken ze handig gebruik van mijn handicap. Gaan ze achter de bank staan roepen ’je kan me toch niet pakken!’”
Joke wijst: „Driehonderd meter van dit huis in Harderwijk, waar nu die rotonde ligt, vloog Koos uit de bocht. Ik deed als hij optrad het geluid. Ik was er áltijd bij. Maar net die ene keer dat ik moest volleyballen, kreeg hij dat ongeluk. Het idiote was dat mijn volleybaltrainer ook politieagent was, en die nacht dienst had. Stond hij opeens voor de deur…”
Koos Alberts boekt u bij Twilight Entertainment